Toon en Martijn vertellen hoe de nieuwe werkwijze zorgt voor efficiënter werk voor Fiberklaar “We zitten niet meer op losse eilandjes”

De nieuwe werkwijze: hoe helpt het onze teams, organisatie en klanten vooruit? 5 vragen aan Operationeel Manager voor Fiberklaar Toon Dielen en teamleider Martijn Dreesen

“Dankzij de nieuwe werkwijze zitten we niet meer op losse eilandjes”      

1. Toon en Martijn, wat is jullie rol binnen Circet?

Toon: “Als operationeel verantwoordelijke manage ik het operationele deel van de Business Unit Fiberklaar. Ik overzie alle activiteiten die volgen op het ontwerp van een glasvezelnetwerk zoals vergunningen aanvragen, afspraken maken met bewoners, constructieteams en de communicatiecel aansturen enzovoort. Ik ben de N+1 van Martijn.”

Martijn: “Mijn team houdt zich voornamelijk bezig met kabels blazen, (zowel voor Fiberklaar als binnenkort voor Wyre), kabels aflassen in de PoPs, huisaansluitingen verzorgen … Die processen proberen we voortdurend te verbeteren.”

Toon: “Ons werkproces ligt voortaan van a tot z vast. We documenteren alles wat er moet gebeuren nadat er een design gemaakt wordt, welke taken we moeten uitvoeren. Al die data houden we nauwgezet bij in ons opvolgsysteem SiteTracker 2.0. Als we verbeteringen zien voor één klant zoals Fiberklaar, communiceren we die op ons CVC 1-overleg naar andere teams en departementen, zodat ook zij ermee aan de slag kunnen. Zo leren we van elkaar en werken we voor onze verschillende klanten steeds efficiënter.”

Martijn: “Een concreet voorbeeld van zo’n verbetering is de digitale meetstaat: zodra we klaar zijn met de aanleg van een gebied meet de sitecoördinator alles nauwgezet op: hoeveel meter hebben we gegraven, welke buizen liggen er, enzovoort. Die geeft vervolgens op een tablet in welke werken uitgevoerd zijn. De data stromen meteen naar het systeem, de PO (Purchase Order) wordt automatisch gegenereerd. Vroeger gebeurde dat via een Excel of op papier, nu vermijden we een pak manueel werk en menselijke fouten. Dankzij onze nieuwe focus op standaardisatie raakt zo’n digitale meetstaat snel geïmplementeerd doorheen de hele organisatie.”

3. Jullie bespreken de resultaten van deze nieuwe manier van werken in performance meetings. Wat komt daar zoal uit?

Toon: “Los van het overleg binnen teams bestaat er nu ook een overleg over alle afdelingen heen: drie keer per maand komen de teamleiders samen. Hoe hebben we gepresteerd? Wat is wel en niet gelukt? Hoe bereiken we onze doelstellingen? We nemen onze actiepunten samen door en krijgen zo véél meer inzicht in wat er in andere afdelingen gebeurt.”

Martijn: “De performance meetings doen ons allemaal beter samenwerken. Wat bijvoorbeeld al uit die meeting kwam: we gaan Power BI, een platform voor gegevensvisualisatie, inzetten om projecten op te volgen. Zo krijgen we nog beter zicht op de aanleg van een netwerk, van de plaatsing van de PoPs tot de aansluiting bij de mensen thuis.”

Martijn: “Nieuwe collega’s moeten enorm veel leren. Enkel door te documenteren kunnen we alle kennis uit de organisatie op een efficiënte manier delen.”

Toon: “Interne mobiliteit wordt ook makkelijker. Vroeger kon je niet zomaar switchen van klant of ‘business unit, bijvoorbeeld als een project afgelopen was. Nu kunnen we al makkelijker mensen andere kansen bieden, en die overgang soepel maken. Je wil niet dat collega’s naar een andere werkgever overstappen omdat wij hen geen mogelijkheden bieden nadat ze een project hebben afgerond.”

Van werkinstructies tot onepagers: welke andere verbeteringen brengt de nieuwe manier van werken met zich mee?

Je komt het in de volgende nieuwsbrieven te weten, én in onze limited newsletter.